De Seru Bientu in het Christoffel park
- Gegevens
Op donderdag 22 oktober 2015 ging een kleine groep Speurneuzen, Eddy, Carel, Fred, Michèle en ik voor een rustige wandeling in het, naar mijn mening, mooiste deel van het Christoffelpark, de Seru Bientu. We troffen elkaar om kwart voor acht op de parkeerplaats van het park en gingen daarvandaan met de auto van Fred naar de kleine parkeerplaats, waar een pad naar de top van de Seru Bientu begint. Dit pad volgend bereikten we gemakkelijk de top van deze berg. Op en rondom de top van de Seru Bientu staat een grote groep Sabalpalmen, een palm inheems voor Curaçao en bovendien alleen voorkomend in het Christoffelpark. Daar splitsten we ons, want 'een rustige wandeling' is niet iets dat voorkomt in het woordenboek van een aantal van de speurneuzen. Michèle en Carel gingen op een rustige fototocht, terwijl Fred, Eddy en ik een meer uitdagende tocht ondernamen.
Op zoek naar nog meer huisjes bij Cas Abou
- Gegevens
De vorige keer dat we bij Cas Abou waren hadden we onze speurtocht beëindigd voordat we alle huisjes, die op de Werbatakaart ten Noorden van het landhuis zijn aangegeven, hadden bezocht. We moesten dus nog een keer terugkomen om onze speurtocht af te ronden. Ook staan er op de Werbatakaart ten Oosten van de weg enkele huisjes in een gebied dat niet gebulldozerd lijkt te zijn. Dus op donderdag 8 oktober 2015 de archeologische speurneuzen verzamelden zich weer om 8 uur 's morgens op de parkeerplaats van landhuis Cas Abou. Daarvandaan liepen we over de asfaltweg eerst naar het gebied ten oosten van de weg, waar we het eerste huisje hoopten aan te treffen. Daar gingen we het struikgewas in. Vrij dicht bij de weg vonden we een stapel kleine kalkstenen, waarschijnlijk de restanten van een muur van het huisje, dat hier in het verleden stond. In het gebied vonden we ook wat artefacten, maar niet echt veel,
Rondom landhuis Jan Kok
- Gegevens
Op donderdag 1 oktober 2015 gingen de speurneuzen naar Jan Kok. De Werbatakaart laat diverse waterwerken in dat gebied zien ten Westen en Zuidoosten van het landhuis en ook huisjes ten Oosten van het landhuis. Genoeg reden voor een speurtocht in dit gebied. We hadden toestemming van de eigenaren van het gebied om er rond te speuren.
We parkeerden onze auto's bij de Williwood snack om kwart voor acht en daarvandaan gingen we de vegetatie in. Vrijwel direct vonden we een tanki. Eentje, die niet is aangegeven op de Werbatakaart. De grote ronde tanki, die zo duidelijk zichtbaar is op de Werbatakaart, hebben we niet kunnen ontdekken. Het kan zijn dat die in de loop van de tijd helemaal is opgevuld, waardoor de tanki niet meer herkenbaar is als zodanig binnen de aarden wal. Blijkbaar was er ook een hofi in dit gebied, want we troffen diverse stammen aan van palmbomen. De langwerpige tanki op de kaart was duidelijk als zodanig herkenbaar. Dichtbij vonden we een grote onderkant van een omgezaagde Mahokboom. In de buurt lagen ook plakken van de stam van deze boom. Daar zou je mooie bijzettafeltjes van kunnen maken.
Nog twee bezoeken aan Cas Abou
- Gegevens
Op 17 en 24 september brachten we twee extra bezoeken aan het gebied van Cas Abou. Het bezoek op de 24e was een vervolg van het bezoek van de 17e, dus daarom heb ik beide tochten in dit verslag opgenomen.
Op 17 september verzamelden we ons weer om 8 uur bij het landhuis Cas Abou. Daarvandaan wilden we in Noordoostelijke richting de rooi volgen tot aan de grens met Porto Marie. Bij de grens hoopten we een vergelijkbare grenspoort aan te treffen als bij de grens tussen San Juan en Cas Abou. Onderweg bekeken we de rooi. Volgens de Werbatakaart zou daar niets interessants in te vinden zijn, maar tot onze verrassing vonden we al snel een eerste kleine dam, gemaakt van gestapelde stenen. In de rooi waren die stenen helemaal weggespoeld, maar aan weerskanten van de rooi konden we restanten van deze kleine dam goed zien. Een stuk verder lag nog zo'n kleine dam, ook met ontbrekend middenstuk. Blijkbaar was de kracht van het water teveel voor deze twee kleine dammen.
Den Dunki en Jan Thiel
- Gegevens
Op donderdag 10 september 2015 gingen de archeologische speurneuzen voor een trip naar de Band'ariba (Oost) zijde van het eiland. Twee doelen daar: het gebied van Den Dunki ook bekend als Parke Sorsaka en een gebied ten oosten van landhuis Jan Thiel.
Voor ons eerste doel parkeerden we de auto's dicht bij de ingang van Den Dunki rond 8 uur 's morgens. Er zijn verschillende verhalen in omloop over Den Dunki. Het zou een slavenkamp zijn geweest, waar de zieke slaven konden bijkomen voordat ze werden verkocht. Dat verhaal wordt niet ondersteund door documentatie of archeologische vondsten. De meeste slaven werden van schip naar schip verkocht, want de meeste slaven gingen naar andere gebieden in het Caribisch gebied. Curaçao was een doorvoerhaven. Naar mijn mening is het niet erg waarschijnlijk dat juist de zieke, zwakke slaven een behoorlijke afstand moesten lopen van de haven naar dit gebied (en hetzelfde geldt voor St. Joris) en na herstel weer terug moesten lopen naar de haven om verkocht te worden. Het is waarschijnlijker dat de slaven direct na aankomst werden verkocht voor een lagere prijs. En zelfs al zouden er slavenkampen zijn geweest, waar de zieke slaven konden herstellen, dan is het waarschijnlijker dat daarvoor een of meer van de WIC-plantages zouden zijn gebruikt, die in de buurt van de haven lagen. Maar ook voor deze theorie is er geen ondersteunende documentatie, dus iedereen moet zelf zijn of haar conclusie trekken over het gebruik van Den Dunki als slavenkamp.
Pagina 7 van 29