Op donderdag 9 juli 2015 ging een kleine subgroep van de archeologische speurneuzen, François, Fred, Eddy en ik, naar het Christoffelpark. Ons doel was om te zoeken naar een kleine indianensite, die door Jay Haviser in zijn dissertatie wordt genoemd. De site was aangegeven op een kaart en Fred en ik namen die locatie over in onze GPS.
Nadat we onze auto's op de parkeerplaats van het park hadden neergezet, gingen we verder met één auto. Door de parkrangers waren we gewaarschuwd voor bijen in een tamarindeboom bij de plek waar we onze tocht wilden starten. En we kregen te horen dat er een ruïne lag in dat gebied.
We parkeerden de auto onder een tamarindeboom en controleerden die goed op de aanwezigheid van bijen. Niet te vinden. Maar voor de zekerheid hielden we toch onze spuitbussen met insectenspray bij de hand. We startten onze tocht in de rooi. Vrijwel direct vonden we de restanten van een grote dam. We namen aan dat dat de ruïne was, waar de parkrangers het over hadden. Naast die dam stond ook een tamarindeboom en hier vonden we de resten van een bijenraat op de grond. Hier heeft dus in ieder geval een nest in gezeten. Maar op dit moment zagen we geen bijen.