Op donderdag 22 oktober 2015 ging een kleine groep Speurneuzen, Eddy, Carel, Fred, Michèle en ik voor een rustige wandeling in het, naar mijn mening, mooiste deel van het Christoffelpark, de Seru Bientu. We troffen elkaar om kwart voor acht op de parkeerplaats van het park en gingen daarvandaan met de auto van Fred naar de kleine parkeerplaats, waar een pad naar de top van de Seru Bientu begint. Dit pad volgend bereikten we gemakkelijk de top van deze berg. Op en rondom de top van de Seru Bientu staat een grote groep Sabalpalmen, een palm inheems voor Curaçao en bovendien alleen voorkomend in het Christoffelpark. Daar splitsten we ons, want 'een rustige wandeling' is niet iets dat voorkomt in het woordenboek van een aantal van de speurneuzen. Michèle en Carel gingen op een rustige fototocht, terwijl Fred, Eddy en ik een meer uitdagende tocht ondernamen.
We daalden af langs de zuidelijke zijde van de Seru Bientu. Een tamelijk steile helling met veel losliggende stenen en ook nog eens veel Bringamosa planten. Een gevaarlijke combinatie, want als je iets wilt vastpakken als steun op de steile helling, dan moet je goed uitkijken dat je geen Bringamosa te pakken hebt. Om het nog wat moeilijker te maken stonden er ook nog veel schijfcactussen op de helling, gelukkig niet in dichte groepen. Maar onze voortgang was daardoor wel traag. We hadden een verdacht stuk rotswand gezien links vanaf waar we ons bevonden. Dus dat was ons eerste doel. We kruisten een rooi en onderweg naar boven moesten we een aantal malen een omweg maken omdat de helling slecht begaanbaar was en er ook nog wat grote bomen over onze route lagen. Toen we bij het verdachte stuk aankwamen zagen we iets dat leek op een kleine grot, maar toen we dichterbij kwamen bleek het een opening te zijn onder een grote afgebroken rots, die bovenop een kleinere rots was terechtgekomen. Daarachter was een vrijwel loodrechte rotswand met een heldere bruine kleur. We zochten naar sporen van springgaten of werktuigen, maar vonden niets. Toch suggereert de heldere kleur dat dit gedeelte van de rotswand relatief recent aan het oppervlak is gekomen. Een stukje verder vonden we nog zo'n helder bruine wand. Ook hier zochten we weer naar sporen van mijnbouw, maar ook hier vonden we niets. Wat we wel vonden was een kleiner richel van fosfaat. Dus mogelijk dat er toch wat proefboringen zijn geweest, maar dat vanwege het keiharde Knipformatie gesteente natuurlijke openingen in de rots gebruikt zijn om dynamiet in the plaatsen. Dat zou in ieder geval het grote rotsblok verklaren dat we eerder hadden gezien liggend bovenop een kleinere rots en het zou ook verklaren waarom delen van de rotswand er recent uitzien. Maar we kunnen niet uitsluiten dat het allemaal een natuurlijke oorzaak heeft. De hoeveelheid fosfaat, die we gezien hebben, was in ieder geval te weinig voor commerciële exploitatie.
Inniddels was Eddy richting Carel en Michèle gegaan; Fred en ik vervolgden onze route langs de zuidelijke helling van de berg. We stopten regelmatig om wat te drinken. Fred merkte op een gegeven moment op dat hij nog nooit zoveel had gedronken tijdens de wandeling, dus blijkbaar was het warm en was de tocht inderdaad zo uitdagend als we gewild hadden. Onderweg genoten we van het prachtige uitzicht, de mooie oude bomen, met name Brasia's, en de bloemen. We voltooiden onze cirkel door weer uit te komen op de parkeerplaats, waar we de anderen aantroffen. Een mooie tocht door een prachtig gedeelte van het park.