De Duiksmurf, de bijnaam van een duikinstructeur op Curaçao, heeft zeer diep gedoken. Het doel was om het wrak van de Stella Maris op 135 meter diepte te bekijken. Dat is ruim dieper dan verantwoord is voor recreatieve duikers. Hoewel de Duiksmurf avontuurlijk is aangelegd, is hij ook weer niet zo gek, dat hij dit met de normale duikuitrusting zou doen. Er werd voor deze duik gebruik gemaakt van de onderzeeër van Curaçao Substation.
De aanleiding voor deze duik was de aanwezigheid van twee Amerikaanse archeologen op het eiland voor een proefproject in samenwerking met Stimana en Substation Curaçao; het doel van het proefproject was om te onderzoeken in hoeverre de submarine ingezet kan worden voor archeologisch onderzoek. Met normale duikapparatuur is de zee te onderzoeken tot 40 meter diepte. Maar, omdat dit gedeelte bereikbaar is voor elke advanced duiker, is het risico ook aanwezig dat artefacten verstoord of meegenomen worden door deze duikers. Bovendien is dit gedeelte nog kwetsbaar voor stormen. Het deel onder de 40 meter heeft hiervan geen last en is daarom de aangewezen plaats voor archeologisch onderzoek.
Substation Curaçao stelde de submarine inclusief benodigde bemanning en volgboot kosteloos beschikbaar voor dit proefproject. Het archeologische duikteam bestond voor dit project uit de twee Amerikaanse archeologen, Dennis Knepper en Raymond Hayes, Michiel van der Huls als de piloot van de onderzeeër, François van der Hoeven als de coördinator voor het proefproject en ikzelf (John Dohmen) als navigator en fotograaf. Daarnaast was als ongenode gast de duiksmurf aan boord.
Na een aantal voorbereidende gesprekken werden op vrijdag 11 november 2 duiken uitgevoerd. De eerste duik vond plaats in de ochtend op de historische ankerplaats Jan Thiel. In het verleden werd zout geproduceerd in de saliñas van Jan Thiel; dit werd afgevoerd door schepen, die ankerden in de buurt van de monding van de lagune van Jan Thiel. Dat betekent dat er historische ankers en andere artefacten uit die tijd kunnen liggen. Tijdens een eerdere tocht met de submarine in dat gebied waren twee ankers gezien door leden van het team van Substation Curaçao. Doel van de ochtendduik was om die ankers te lokaliseren en te bestuderen. Inderdaad werd tijdens de eerste duik het grootste van de twee ankers gevonden. Het is een 19e eeuws anker dat op een diepte ligt van ongeveer 80 meter. De positie ervan is nauwkeurig bepaald door met een GPS in de volgboot de positie op te nemen van een boei, die aan de submarine was bevestigd. Onder water is het uitgebreid bestudeerd, opgemeten en gefotografeerd. Het tweede anker is niet gevonden.
De tweede duik werd uitgevoerd voor de haven van Substation Curaçao. Ook tijdens deze duik werden technieken geoefend voor onderwater archeologie. Zo werd een systematisch zoekpatroon geoefend tussen twee reeds aanwezige basislijnen. Door het meten van de tijd, die de submarine nodig heeft om van de ene naar de andere lijn te gaan (afhankelijk van de richting), kan zo binnen een bekend zoekgebied de driedimensionale lokatie van een artefact worden bepaald als naast de afstand (in tijd) van een van beide basislijnen ook de diepte wordt genoteerd. In het zoekgebied werd een aantal objecten tot artefact gepromoveerd, zodat we de procedure konden oefenen van plaatsbepaling, opmeting, beschrijving en fotograferen van het artefact. Opmeten van het artefact kan ofwel door schatten van de afmeting op basis van de bekende afstand tussen de twee sleden van de submarine aan de voorkant, ofwel door een meetlat met de arm van de submarine of middels een vaste stang tegen het op te meten object te plaatsen .
Als fotograaf viel me vooral op dat alles door de sterk gekromde voorruit veel kleiner uitziet dan het in werkelijkheid is. Dat werd duidelijk toen we het eerste "artefact" vonden, een plastic drankfles. Ik kon me in eerste instantie niet voorstellen dat dit inderdaad een plastic fles was, zo klein leek hij. Ook heb je geen idee van de diepte of afstand tot het rif. Dat laatste wordt ook veroorzaakt door de gekromde ruit. Je bent verder van het object verwijderd dan je denkt en dat leidt natuurlijk ook tot het idee dat het kleiner is. De diepte wordt aangegeven op een display boven ons hoofd en het is goed om daar regelmatig naar te kijken, want ongemerkt kom je snel op grote diepte. Visueel is het helder genoeg om alles te kunnen onderscheiden, maar de kleur verdwijnt al heel snel. Fotograferen met een flitser is geen haalbare kaart door de reflectie van de flitser in de voorruit. En op een gegeven moment wordt het te donker voor het maken van foto's, hoewel je visueel nog voldoende ziet. Zelfs met de hoogste gevoeligheid (1600 ASA) levert dat op grote diepte een belichtingstijd op van 1/10 - 1/20 seconde gebruikmakend van de lichten van de submarine. Ondanks dit alles is de kwaliteit van de foto's acceptabel en zeker bruikbaar voor archeologische documentatie.
Het wrak van de Stella Maris ligt op 135 meter diepte. Het schip is 90 meter lang en ligt op zijn stuurboordzijde. We zijn met de submarine op ruim 120 meter diepte voor het dek van het wrak gaan hangen. Met behulp van de krachtige lampen van de submarine is veel detail op het wrak te zien. Het wrak ligt er pas 20 jaren en is daardoor nog niet erg begroeid. Dat zal ook samenhangen met de diepte van het wrak. Wel groeien er Sea Whips op de bakboordzijde van het wrak.
Het is een mooi wrak. Je krijgt een betere indruk van de grootte door even via de kleine raampjes in de toren van de submarine te kijken. Dat hebben we allemaal even gedaan. Die raampjes vertekenen aanzienlijk minder, waardoor je de grootte van het schip wel ziet.
Beide duiken in het kader van het proefproject zijn zeer geslaagd te noemen. Het gebruik van deze onderzeeër voor archeologisch onderzoek is veelbelovend. Toekomstige projecten zullen zich richten op de vele historische ankerplaatsen langs de kust van Curaçao.