Iedere keer als ik op weg naar Vaersenbaai langs de Seru Sami rijd, zie ik de rij nissen vlak onder de top van deze berg. Ook François en Fred zijn hier al lange tijd door geïntrigeerd en op donderdag 15 november 2012 besluiten we de stoute schoenen aan te trekken en de tocht naar deze nissen te ondernemen. De groep is relatief klein en bestaat voor deze tocht uit François, Fred, Hetty, Carel en mij. Om 8:15u verzamelen we op de parkeerplaats van Kokomo Beach (Vaersenbaai).
We steken de rooi langs de weg over en komen zo in de drooggevallen saliña. Drooggevallen blijkt een relatief begrip te zijn. Al snel zakken onze schoenen behoorlijk diep in de blubber. Het lopen wordt daardoor duidelijk zwaarder, niet alleen omdat de modder ons belemmert, maar vooral omdat we een steeds groter gewicht aan modder meeslepen aan onze schoenen. Het is een taaie massa, die we er weer vanaf proberen te krijgen zodra we op wat droger terrein komen. Gelukkig hebben we alleen op het eerste stuk last hiervan.
We besluiten om eerst een laag gelegen nis te bezoeken aan de Westelijke uitloper van deze berg. Daar vinden we diverse nissen, maar geen enkel artefact of muurschildering, die op indiaanse bewoning zou kunnen duiden.
We dalen weer af naar de saliña. De natuur in dit gebied is prachtig, dus we genieten van de wandeling. Duidelijk is ook te zien aan de vrijhangende wortels dat het water in dit gebied normaal gesproken vrij hoog staat.
Onder aan de helling aangekomen zoeken we ons een weg naar boven. Dat gaat relatief gemakkelijk. De snoeischaren hebben we nauwelijks nodig. Al snel bereiken we de rand met nissen. Daar nemen we een rustpauze om een appeltje te eten bij de eerste nis en om van het uitzicht te genieten.
Omdat we bijen in de nissen verwachten halen we de bussen Baygon uit de rugzak voordat we verder trekken. Zo'n bus is bijna standaard-uitrusting geworden nadat we bij eerdere tochten al een aantal malen zijn aangevallen door bijen. François gaat voorop, ik volg kort daarachter en Fred komt achter mij aan. Hetty en Carel blijven wat achter om foto's te maken. Dat wordt hun redding, want al snel roept François dat er bijen zijn. We trekken ons al rondspuitend zo snel mogelijk terug, wat niet zo gemakkelijk is vanwege de rotsen. François wordt een aantal malen in zijn hoofd gestoken en ik word eenmaal in mijn oksel gestoken. Nadat we op redelijk veilige afstand zijn gekomen plukken we de resterende bijen uit het haar van François. We hebben duidelijk te maken met een aggressieve bijensoort, die gaan aanwezigheid duldt in de buurt van het nest. Daarmee is onze tocht langs de nissenrand geblokkeerd.
We ondernemen nog een volgende poging op een lager niveau, maar komen daar zoveel hindernissen tegen in de vorm van dichte begroeiing, dat we besluiten de tocht af te breken. We dalen af richting een vrijstaande rots op de helling, waar ook nog een nis in blijkt te zitten. Ook hier vinden we geen aanduidingen van indianenbewoning. Misschien dat die ook zijn weggejaagd door bijen en dus hun heil elders hebben gezocht. We zullen het weten als we een volgende keer deze berg van de andere kant nogmaals beklimmen, want we hebben lang niet alle nissen kunnen bekijken.
De gelopen route (rood) door de saliña en op de berghellingen
Dezelfde route nu in 3-D en gezien vanuit het Noorden
De drooggevallen saliña blijkt niet zo droog te zijn
Aan Fred z'n schoenen is goed te zien hoeveel modder we meesleepten
Duidelijk is ook te zien dat het water normaal veel hoger staat
Geen idee wat dit is; ik heb diverse exemplaren hiervan gezien
Fred loopt over het riet
Nee, geen geit of koe met diarre, maar een krab, die een holletje heeft gegraven in de modder
Bloemetjes van een mangroveplant
De fraai rode vrucht van de Palu Pretu (Capparis Indica)
Een deel van een kelderfles
De eerste nis, die we bezoeken op de Oostelijk gelegen helling van de berg
Iets verderop een soort kolom in een nis
Appeltjes voor de dorst?
Blad en vruchten van de Stakamahachi (Rivina Humilis)
Deze boom heeft de geest gegeven; de termieten genieten ervan
en ook zwammen telen er welig
Deze boom doet me denken aan mijn hond, die ligt ook altijd op zijn rug met de pootjes omhoog
Fraaie kleurcontrasten in de saliña
De speurneuzen overleggen over een struik
bekend als "de boom van Michèle", maar de werkelijke naam is Lycium Nodosum; zeldzaam!
Uitzicht op de saliña en de bergen aan de overkant van de weg naar Bullenbaai
Mos op de rotsen
Er is iets misgegaan met dit slakje; er gaat een stekel van de cactus dwars doorheen
Fred klimt naar de nissenrand
We bereiken de eerste nis onder de top
Hopelijk blijft dit uitsteeksel ook nog hangen terwijl wij eronder zitten
Fred zit weer op het hoogste punt tijdens de rustpauze
Hetty maakt houdt haar toestel gereed om foto's te maken
Boven ons de fraaie belijnde top
Na de bijenaanval doen we lager langs de helling nog een poging
Onderweg groeit deze klimplant met fraaie bloemetjes, de Behuku (Serjania Curassavica)
François en Fred bij de nis in de vrijstaande rots lager op de helling
Mos op de rotswand
De nis; ook hier weer niets dat op indianen wijst
Beneden aangekomen kijken we terug op de Seru Sami
De bovenlaag van de saliña is uitgedroogd en gebroken
Carel doet er alles voor om een object goed op de foto te krijgen
Aan de overkant van de weg landhuis Malpais
Bloemetje van de Banana di Ref