Een van de wandelingen uit het boekje "Curaçao Hiking Map", uitgegeven door Uniek Curaçao, is die vanaf Vaersenbaai tot op de helling van de Seru Jamanica en weer terug naar Vaersenbaai. Een relatief lange tocht van 8 km, waarvoor is aangegeven dat het 3 uren duurt om hem af te leggen. Ik heb al een aantal wandelingen gedaan in de omgeving van Malpais, dus ik ken al een deel van het gebied, maar deze route had ik nog niet gedaan.
Op woensdag 8 augustus heb ik de auto geparkeerd bij Vaersenbaai en ben vandaar vertrokken richting de Weg naar Bullenbaai. Het gebied aan de andere kant van de weg staat momenteel droog, dus dat ben ik schuin overgestoken. Het zag er wel droog uit, maar het bleek nog vrij modderig te zijn op bepaalde plekken. Het was even moeilijk om te vinden, waar ik aan de overzijde eenvoudig door de mondi op het hoofdpad kon komen, maar na enige pogingen vond ik een aangegeven pad.
Op het hoofdpad is links van de weg een niet afgebouwd huisje te zien. Daar ben ik even van het pad afgegaan en werd direct beloond: ik zag nog net een witstaarthert (Biná) weghuppelen. Ik heb het niet meer kunnen vinden, maar het is dus duidelijk dat er hier herten voorkomen.
Omdat ik ook de indigo bakken nog wilden bezoeken, volgde ik niet helemaal de door Uniek Curaçao uitgezette route, maar permitteerde ik me wat afwijkingen. Via het fietspad langs de lange stenen dam kwam ik bij de indigobakken terecht. Achter de indigobakken ligt een nu grotendeels drooggevallen watergebied met enkele mooie palmen. Afgezien van enkele bruine duiven (Buladeifi, of Geoorde Treurduif) heb ik daar niets gezien. Geen watervogels deze keer.
De door Uniek Curaçao aangegeven Pos di Pia is feitelijk niet meer dan een verlaagde plek, die in de natte tijd waarschijnlijk water bevat, maar die nu droog staat. Niet ver daarvandaan is het Hofi Malpais, waar enkele picknicktafels staan. Vanaf dat punt is het niet ver meer naar de aarden dam, waarachter het "verdwenen meer" (Lago Disparsé) ligt. Inderdaad verdwenen, want het is op dit moment volledig droog. Helaas is een van de twee mooie palmen in het meer doodgegaan.
Vanaf dat punt heb ik de trail van Uniek Curaçao weer opgepakt. Blijkbaar tegen de normale richting in, want ik kwam later enkele pijlen tegen, die voor mij de verkeerde kant opwezen. De trail is goed te volgen. Langs het te volgen pad liggen met grote regelmaat de bekende gele stenen. Langs de route staat een grote verscheidenheid aan bomen en planten en ik heb allerlei vogels en libellen gezien. Na enige tijd wordt de voet van de Seru Jamanica bereikt en dan wordt het even pittig. Het pad omhoog is niet overdreven steil, maar wel vermoeiend.
Helaas loopt het pad niet helemaal door tot aan de top. Daar waar de kalksteen aan het oppervlak ligt vervolgt het pad over de bergrug en gaat vrij snel weer naar beneden. Het hoogste punt op de route is 71 meter, terwijl de Seru Jamanica bijna 100 meter hoog is. Maar het uitzicht is wel de moeite waard. En boven mijn hoofd cirkelden 3 witstaartbuizerds en 1 Warawara. Ook zeker de moeite waard.
De weg naar beneden is op één punt vrij steil; misschien dat daarom de route volgens Uniek Curaçao andersom moet worden gelopen, want klimmen gaat daar waarschijnlijk gemakkelijker dan het afdalen. Maar met enige voorzichtigheid is de afdaling ook te doen.
Intussen had ik al enige tijd donder gehoord. En uiteindelijk begon het dan ook te regenen. Een lekkere afkoeling, maar niet zo goed voor het pad, dat daardoor nogal modderig werd.
Op een gegeven moment bereikte ik een T-kruising; rechtsaf gaat vrij snel naar de Weg naar Bullenbaai; linksaf gaat terug naar Lago Disparsé en die route vond ik interessanter. Daarna heb ik het hoofdpad gevolgd tot aan de asfaltweg en dan terug naar Vaersenbaai.
Een leuke route, die inderdaad iets meer dan 3 uur kostte.