Op donderdag 16 oktober 2014 zou een van de parkrangers van het Christoffelpark, Wotty, ons een grot wijzen, die hij in zijn jeugd had ontdekt. Zelf was hij er nog nooit in geweest.
We verzamelden om 8 uur 's morgens op het parkeerterrein van het Christoffelpark en daarvandaan reden we achter Wotty aan naar het Shete Boka gebied. Daar parkeerden we onze auto's in de buurt van Boka Wandomi en Wotty begon te zoeken naar de ingang van de grot. Later begreep ik waarom hij moest zoeken, want de ingang is zo smal dat je er gemakkelijk overheen kijkt. Feitelijk is de ingang zo smal dat niet iedereen in onze groep er doorheen zou hebben gepast. Fred en ik gingen als eersten de grot in en Eddy volgde korte tijd later. De anderen besloten om buiten te blijven.
De enige manier, waarop we veilig de grot binnen konden gaan, was op onze rug met de voeten als eerste. Zodra we door de smalle opening heen waren, werd de grot wat ruimer. daar hadden we de keuze om naar links of naar rechts te gaan. Wotty adviseerde ons om naar links te gaan, dus dat deden we.
Vreemd genoeg heeft deze grot een zandbodem. Waarschijnlijk wordt deze grot overspoeld met zeewater als er hoge golven zijn (gelukkig niet toen wij binnen waren) en daarmee worden zand en ook schelpen naar binnen gevoerd. We vonden, waarschijnlijk om dezelfde reden, geen vleermuizen in deze grot.
De grot is grotendeels onverstoord. Er zijn veel kleine stalactieten en die lijken allemaal intact. Er druppelt nog steeds water van deze stalactieten en op de grond zijn enkele stalagmieten te zien en ook donkere plekken, waar nieuwe stalagmieten aan het ontstaan zijn.
De grot is aanzienlijk groter dan we verwacht hadden en heeft diverse kamers. Nergens is de grot zo hoog dat we er rechtop konden staan. Fred ging zover als veilig mogelijk was, maar adviseerde ons op een gegeven moment hem niet te volgen, omdat de ruimte tussen het plafond en de vloer steeds kleiner werd.
We bleven ruim een half uur in de grot en maakten in die tijd veel foto's. Kijkend naar de foto's lijkt het alsof er voldoende licht is in de grot om rond te kijken, maar in feite is de grot pikdonker. Daardoor zag ik pas bij het bekijken van de foto's na afloop dat er een riviertje door de grot stroomt. Zelfs de ingang is niet zichtbaar zodra je in de grot bent. Verdwalen is dus heel goed mogelijk. Gelukkig was een deel van de groep buiten gebleven zodat we op hun geroep af konden gaan om de richting naar de uitgang te bepalen. Ook het verlaten van de grot bleek niet gemakkelijk; deze keer ging dat kruipend op onze buik. Maar we kwamen er allemaal veilig uit. En waarschijnlijk ook iedereeen, die vóór ons in deze grot is geweest, want, zoals Fred zei, we hebben in de grot geen skeleletten gevonden.
Wotty ging terug naar het Christoffelpark en wij vervolgden onze wandeling in Westelijke richting langs de kust. Achtereenvolgens passeerden we Boka Wandomi, Boka Kortalein, een naamloze boka, Boka Platé om uiteindelijk aan te komen bij Boka Manzaliña. Die baai heeft een zandstrand landinwaards en is daardoor een goede kandidaat voor het nestelen van schildpadden.
Na de wandeling terug reden we naar het Christoffelpark en daarna verder naar huis. Het was een interessante wandeling; één advies: ga deze grot niet zelf in als je niet de juiste spullen bij je hebt om er weer veilig uit te komen. En, als je erin gaat, zorg dan dat er iemand buiten blijft, die aktie kan ondernemen als er iets fout mocht gaan.