Op donderdag 7 augustus gingen de Speurneuzen nogmaals naar het Christoffelpark. We hadden een wandeling gepland vanaf de Seru Gracia naar de ingang van het park. Dankzij de hulp van het management van het Christoffelpark, die een van de rangers vrijmaakte om ons af te zetten op de Seru Gracia, konden we onze auto's achterlaten op de parkeerplaats van het park. Voor de zekerheid zette François zijn eigen auto in het park op de parkeerplaats aan de voet van de Christoffelberg. Op deze manier zouden we de keus hebben om het laatste stuk van de route per auto af te leggen of te voet.
We daalden om half negen af van de top van de Seru Gracia in de richting van de eerste rooi. Maar al snel kwamen we tot stilstand, omdat we de eerste bloeiende Banana shimaron, de paarse orchidee, tegenkwamen. Deze orchideeën zien er een beetje uit als een dikke banaan en ze ontwikkelen een lange bloeistengel met paarse bloemen aan het eind. En een lange bloeistengel betekent inderdaad lang! Carel vond er een die dicht tegen de 2 meter kwam. We vonden veel bloeiende orchideeën gedurende het eerste deel van onze afdaling, maar vreemd genoeg kwamen we geen enkele bloeiende meer tegen toen we wat lager kwamen.
Hetty en ik liepen achteraan en daarvoor werden we op een gegeven moment beloond. Achter ons dook een hert op. Het bleef enige tijd staan en daarna ging het weer verder. Altijd een bijzondere ontmoeting.
De begroeiing in de rooi was af en toe zeer dicht. In dat geval hadden we twee opties: ofwel proberen toch in de rooi door te gaan, ofwel de zijkanten van de rooi proberen. Soms was die tweede optie er niet, omdat ook de zijkanten dicht begroeid waren. Gelukkig kwamen we vrijwel geen Wabi's tegen in de rooi, maar helaas waren er wel andere planten met stekels, die onze voortgang belemmerden.
Op één plaats konden we niet verder door de rooi, omdat die ineens enkele meters steil naar beneden liep over grote rotsblokken. De meesten in de groep kozen ervoor om aan de linkerkant van de rooi verder te gaan. Daar stak ook een gigantisch rotsblok een heel eind omhoog en uiteraard kon Fred zich niet bedwingen en klom daarop. Ik ging verder aan de rechterkant van de rooi en kon daar vrij snel achter het steile gedeelte weer in de rooi komen. Dat steile deel zal ongetwijfeld een indrukwekkende waterval opleveren in de regentijd als het een tijdlang geregend heeft.
Op dat moment was het al 12 uur geworden en we hadden pas 1 kilometer afgelegd van de in totaal 4,7 km's. De volgende kilometer door de rooi tot aan de parkeerplaats aan de voet van de Christoffelberg kostte ons nog een uur. Op dat deel van de route kwamen we onder een houten brug door en vonden we een zoetwaterbron in de rooi.
Op de parkeerplaats besloten François, Eddy en Carel om het laatste deel van de route (nog ruim de helft) met de door François met een vooruitziende blik daar geparkeerde auto. Hetty, Fred en ik gingen verder te voet. Dat deden we gedeeltelijk door de rooi en gedeeltelijk over een pad, daartoe ook gedwongen door de dichte vegetatie in de rooi en onze inmiddels sterk geslonken watervoorraad. Onderweg vonden we de bron, die op de Werbatakaart is aangegeven als een brakwaterbron. Proeven van het water leerde ons dat het water op dit moment zoet is. Kort daarna kwamen we in de Rooi Beru en daarvandaan was het lopen uiterst eenvoudig, omdat die rooi voor een gedeelte als pad dient van het landhuis naar de Christoffelberg. Geen dichte begroeiing meer, maar een gemakkelijk beloopbaar pad door deze rooi. Al met al kostte de tweede helft van de route ons slechts 1 uur, waar we over de eerste helft 4,5 uur hadden gedaan. We kwamen bij het landhuis Savonet aan tegen 2 uur. 's middags.
Een lange en vermoeiende wandeling door de prachtige natuur van het Christoffel park. Wat opvallend is, is dat we onderweg geen afval tegenkwamen, noch uit de historische tijd (dan noemen we het artefacten), noch uit de tegenwoordige tijd (dan noemen we het afval).
Er kunnen geen rechten worden ontleend aan dit verslag.