Volgens de overlevering is er in de heuvels achter de kerk van Westpunt een huis, dat in de tweede wereldoorlog door de militairen is gebruikt, mogelijk voor opslag van geweren of munitie. De wildste verhalen doen de ronde: er zouden kanonnen, geweren en kogelhulzen te vinden zijn. Meer dan voldoende reden om op onderzoek uit te gaan..
En, omdat een van de mensen, die hierover meer zou weten, bij Wacao te bereiken zou zijn, maken we daar onze eerste stop.
Helaas kan deze persoon zich niet meer herinneren waar het huis te vinden is; daarom besluiten we het onderzoek te starten in de heuvels direct achter de kerk van Westpunt. Deze kerk is gebouwd in 1854, maar, als ik kijk naar een oude foto van Soublette (klik op de foto van de kerk hiernaast om de oude versie te openen in een apart venster), dan is deze kerk later helemaal herbouwd. De twee gebouwen lijken niet op elkaar.
Naast de kerk is een pad dat in de richting van de heuvels loopt. Achter de kerk ligt als eerste een kleine naamloze heuvel; iets verderop ligt de Seru Belefá, die krap 60 meter hoog is. Al snel moeten het pad verlaten en gaan we een dichte begroeiing in richting de eerste heuvel. Dat betekent dat we binnen de kortste keren allemaal diverse krassen hebben van de Palu di Lele en stekels in armen of benen van de Infrou (schijfcactus). De route de berg op is niet gemakkelijk omdat de ondergrond bestaat uit losliggende stenen; de dichte vegetatie helpt ook niet echt. Aangekomen op de top van deze eerste heuvel hebben we een mooi uitzicht, maar geen manier om verder te gaan richting de tweede heuvel. We draaien dus om, dalen af via dezelfde route en lopen om de eerste heuvel heen in de richting van de Seru Belefá. Maar, aangekomen bij de restanten van een verlaten huis, rusten we eerst geruime tijd uit. We hebben ons voorgenomen, na de inspanning van vorige week op de Seru Commandant, om het deze keer wat rustiger aan te doen.
Vanaf het huis loopt er een pad naar de voet van de tweede heuvel. Daar herhaalt het verhaal zich: losliggende stenen en een stekelige vegetatie. Maar we bereiken allemaal heelhuids de top.
In de omgeving zien we diverse verlaten huizen. Jammer, want dit is best een leuke plaats om te wonen, zo dicht bij het strand. Voorwaarde is wel dat de mondi wat meer onder controle wordt gebracht. Blijkbaar is er sprake geweest van onenigheid over de rechtmatige eigenaar van het gebied, of konden de families het niet met elkaar uithouden en heeft iedereen dit gebied verlaten met achterlating van het huis. De natuur neemt dankbaar het geheel weer over.
We dalen af langs een andere kant van de Seru Belefá en bereiken beneden een rooi. Daar nemen we weer een rustpauze en daarna trekken we verder richting de weg. Bij de weg inspecteren we diverse fundamenten. We vinden er ook een langgerekte stapel stenen, waarvan sommige met pleisterwerk. Het pleisterwerk lijkt op pleisterwerk uit de Tweede Wereldoorlog, dat we hebben aangetroffen bij diverse andere ruïnes uit die tijd. Maar het is onduidelijk of het gebouw hier heeft gestaan, of dat de stenen hier zijn gedumpt na schoonmaken van het gebied met een bulldozer.. Al met al hebben we geen duidelijke aanwijzigen gevonden van een WW-2 gebouw in dit gebied.
Op weg naar huis laat ik Allen en Hetty de restanten zien van wat we denken dat een kleine asfaltfabriek is geweest uit de Tweede Wereldoorlog. Het geheel bestaat uit een dubbele bak, gemaakt van grof beton, met een grote hoeveelheid teer aan de buitenkant. Het zou kunnen dat een verwarmingselement onder in deze bakken is geplaatst om daarmee asfalt te verwarmen in een bak bovenop deze structuur.