Seru Macomba 20140227 008 smallDeze heuvel heeft de naam Seru Macomba op de topografische kaart van het Kadaster uit 1993. Op de oudste topografische kaart van Werbata uit 1906 heeft deze heuvel de naam Seroe Macamba. Macamba is de naam, niet altijd vriendelijk bedoeld, die wordt gegeven aan de blanken uit Nederland. Ergens tussen 1906 en 1993 heeft iemand besloten om deze heuvel een meer neutrale naam te geven.

Op donderdag 26 februari 2014 hadden we een afspraak met de heer Hoyer, een kunukeru in het gebied bij deze heuvel. Hij zou onze gids zijn voor deze dag. Daarnaast hadden we nog een speciale gast, een verwant van Carel de Haseth. Hij woont al geruime tijd in de States en is nu op vakantie op Curaçao. Hier is hij bekend onder de naam Opi de Haseth.

Zoals gebruikelijk wilden we de top bereiken van de Seru Macomba. Maar het is wat onduidelijk welke berg we moeten beklimmen. Op de Werbata-kaart heeft een andere heuvel de naam Seroe Macamba dan op de Kadaster-kaart. Dus voor de zekerheid besloten we beide heuvels te beklimmen.

Het gebied waar we doorheen liepen wordt doorkruist door een aantal rooien. Die rooien zijn bedoeld om het water te kanaliseren, dat in de regentijd van de heuvels stroomt. Om het water op te vangen voor landbouwdoeleinden is de stroom van deze rooien geblokkeerd met een dam. En, om de hoeveelheid water achter de dam te vergroten, is het laagste deel van het gebied ook nog uitgegraven. Als gevolg hiervan kan hier in echt regenachtige periodes een groot meer ontstaan. Maar op het ogenblik is het helemaal droog, ook al zijn we inmiddels nagenoeg aan het eind van de regenperiode.

We troffen elkaar dicht bij de plek waar de heer Royer woont. Nadat we hem hadden uitgelegd wat we wilden bereiken op deze dag, vertrokken we. Onmiddellijk begon de heer Royer uitleg te geven over allerlei kruiden, die we onderweg tegenkwamen; hij vertelde waarvoor je ze kon gebruiken en wat de lokale gebruiken zijn met betrekking tot deze kruiden. Overduidelijk iemand die één is met de natuur waarin hij woont en werkt. En, omdat hij vaak rondloopt in dit gebied, weet hij ook alle paadjes. We hadden daardoor een gemakkelijke wandeling.

Als eerste bezochten we een lage top zonder naam. Daar vonden we een stapelmuur. Daarvandaan vervolgden we onze tocht naar de top van de laagste van de twee heuvels, die we beschouwden als de Seru Macomba. De weg naar de top was tamelijk gemakkelijk, maar op de top kwamen we een dicht struikgewas tegen met name daar waar we een Kadaster meetpunt ontdekten. Niet een standaard driehoekspunt, maar een ondersteunend meetpunt met de identificatie KAD VH 1292. Om daar dichtbij te kunne komen, moesten we een gebied ontdoen van een aantal Wabis.

Na een korte rustpauze op de top gingen we verder naar het gebied, waar het water wordt opgevangen, de dam. Aan de zijkant namen we onze traditionale appeltjespauze. Fred en ik verkenden intussen het laaggelegen gebied. Terwijl Fred door het hoge gras liep riep Carel hem toe dat hij moest oppassen voor de krokodillen. In het verleden was er eens het gerucht dat er krokodillen zaten in de dam bij Muizenberg.

Na de rustpauze wandelden we door het laaggelegen gebied, waar het water normaal zou staan. Daar troffen we een bijzonder verschijnsel aan. Veel Karpata planten. Op zich niets bijzonders, maar deze Karpata planten hebben een overlevingsstrategie ontwikkeld voor het geval het water hoog staat. De planten zijn meer dan manshoog met het onderste deel van de stengel helemaal vrij van bladeren.
We vonden nog iets bijzonders. Drie peilstokken. Elk met een tophoogte van 2,5 meter. Blijkbaar een standaard peilstok, want ik heb een vergelijkbaar exemplaar gezien in het Verdwenen meer (Lago disparsé) bij Malpais. Maar blijkbaar kan het water veel hoger staan dan 2,5 meter en dus staan er drie van dergelijke palen. Elke volgende paal staat met zijn voet op de zijkant van de dam op de hoogte van de top van de voorgaande paal. Een interessant concept. Op deze manier kan een waterhoogte van 7,5 meter worden gemeten. Als het water echt zo hoog komt, werkt de overlevingsstrategie van de Karpata planten ook niet meer.

Daarvandaan wandelden we over de dam en daarna bergop naar de top. Voor het grootste deel een gemakkelijke tocht door grasvelden, maar soms moesten we ons toch een weg banen door dicht struikgewas. Het uitzicht van de top van 106 meter was fraai, maar feitelijk niet echt verschillend van het uitzicht van de lagere top, waar we eerder waren geweest.

Na een rustpauze op de top begonnen we aan de terugweg via dezelfde route als waar we gekomen waren. Een leuke wandeling. En, omdat het nog vrij vroeg was toen we weer bij de auto's aankwamen, besloten een deel van de groep het waterverlies aan te vullen bij de snack in Soto.

Er kunnen geen rechten worden ontleend aan dit verslag.