Op het grondgebied van Groot Santa Martha ligt de Seri Pilá ofwel de Berg van de pilaar. Zou er een soort pilaar te vinden zijn op deze berg? De vorm van de berg zelf rechtvaardigt deze naam in ieder geval niet. Reden genoeg om eens op onderzoek uit te gaan. Bovendien hadden we deze keer een speciale gast: André van Proosdij, de auteur van Arnoldo's Zakflora voor Aruba, Bonaire en Curaçao. André is geboren op Curaçao, maar leeft momenteel in Nederland. En, zoals zich laat raden, is zijn aandachtsgebied de plantenwereld. 

Seru Pila 20130124 029 smallDe Seri Pilá is net iets meer dan 100 meter hoog. Op de top staat in ieder geval een pilaar, namelijk het Kadaster driehoekspunt DP46. Maar dat kan niet de pilaar zijn, waaraan deze berg zijn naam dankt.

We konden weer parkeren bij een mevrouw, die dicht bij het beginpunt van onze tocht woont. Daarvandaan trokken we in eerste instantie door een rooi. Al snel zagen we links van de rooi een bouwwerk. Dat gingen we uiteraard bekijken. Het is een skelet van een gebouw met dak, maar het is niet afgebouwd. Er heeft wel een dak opgezeten getuige de vele spijkers, die nog in de dakconstructie zitten. Maar er is niets anders van over dan enkele palen en de latten, waarop de dakbedekking heeft gelegen. 
Vlakbij vonden we een geboorde put en iets verder weg ook nog een oudere vierkante waterput. Voor zover ik me herinner is dit de eerste vierkante put, die ik zie. Beide putten worden niet meer gebruikt, maar er staat nog wel water in.

We gingen verder via de rooi tot dicht bij de grens met San Juan. Daarvandaan gingen we bergop door een vrij dichte begroeiing. We hadden gehoopt op een pad, maar konden dat niet vinden, dus we moesten zelf ons pad maken. We bleven dicht bij de stapelmuur, die de grenst vormt tussen de plantages van San Juan en Groot Santa Martha. Daarbij bleven we aan de Santa Martha zijde van de grens, want tijdens een vorige wandeling in dit gebied hadden we klachten gekregen van de eigenaar van San Juan, dat we niet op zijn terrein mochten komen.

We volgden de grensmuur tot op een sub-top van de Seri Pilá op 56 meter hoogte. Na een rustpauze gingen we verder in een richting iets Oost van de werkelijke top van deze berg. Dat ging redelijk gemakkelijk en al helemaal gemakkelijk toen we toch een pad vonden. Blijkbaar was dat het pad, dat we gehoopt hadden te vinden vanuit de rooi. Via dat pad bereikten we gemakkelijk de top van de Seri Pilá. Langs de weg troffen we een aantal Kibrahacha's aan. Nog niet in bloei, maar al wel met nog gesloten bloemknoppen. De bloei zal dus niet lang meer op zich laten wachten. Ook vonden we een karakteristieke Divi Divi. De meeste Divi Divi's op Curaçao groeien gewoon rechtop, maar deze stond op de bekende wijze gekromd. Blijkbaar niet van de wind, want hij stond de verkeerde kant op. 

Op de top van Seri Pilá vonden we een Kadaster meetpunt. Opvallend was dat dit meetpunt de bekende identificatie mistte. Ook vonden we het Kadaster driehoekspunt. Dat staat vlak naast een stapelmuur. Fred maakte zijn rol als pilaarheilige weer waar door bovenop het driehoekspunt te gaan zitten.

Op de top wachtten we op de anderen. André en Carel waren naar hartelust aan het fotograferen geslagen en verloren daarbij de tijd volledig uit het oog. Toen ze op de top aankwamen kregen we nog uitleg van André over een aantal planten, die hij onderweg had gevonden.

Nadat iedereen bijgekomen was van de klim gingen we via hetzelfde pad naar beneden. We wilden weten waar het pad uitkwam. Dat bleek toch in de rooi te zijn, maar we hebben het gemist, omdat het uitkomt op een punt iets vóór het punt, waar wij in de rooi zijn gekomen. Goed om te weten voor een volgend bezoek.