Op donderdag14 oktober 2010 ging de tocht van François, Ai Wha, Fred, Rita en mij op speciaal verzoek van Rita langs de saliña van St. Marie naar de Kloof bij Bullenbaai. Omdat begin- en eindpunt verschillend zijn gingen we met twee auto's. François zette Rita, Ai Wha en mij af bij de uitkijkpost voor de flamingo's en Fred en François reden met twee auto's door naar de plek, waar we aan het einde weer op de weg zouden uitkomen. Daar parkeerde François de auto en Fred en hij reden met Freds auto terug naar Toko Willebrord om daar de auto te parkeren. Intussen greep Rita de gelegenheid aan om al het nodig te fotograferen.

Salina_StMarie_20101014_007_smallDaarvandaan ging de tocht langs de linkerzijde van de saliña richting de zee. Vanwege de regen van de afgelopen weken stond het water van de saliña vrij hoog, waardoor we op een aantal plaatsen kunstgrepen moesten uithalen om relatief droog te blijven lopen.

Rita had hier tijdens een vorige vakantie Cassiopeia kwallen (Upside Down kwallen) in het water gevonden en die bleken er nu ook weer te zijn. Ik heb die eenmaal eerder gezien tijdens een duik bij Jan Thiel. Maar in de saliña zijn ze groter en meer gevarieerd in kleur, omvang en vorm. Blijkbaar geven ze de voorkeur aan brak water.

Verderop langs de route staat een vrijwel intacte kalkoven. Dat was een ideaal punt om even rust te nemen. Je kunt aan de achterkant via een boom de bovenkant van de kalkoven bereiken, waardoor je erin kunt kijken. De binnenzijde is bekleed met bakstenen. Die bakstenen bekisting loopt niet helemaal door tot de bovenrand, dus waarschijnlijk heeft er een soort deksel op gelegen of werd hij van boven afgedekt met grond.

Bij de kust aangekomen gingen we na een volgende rustpauze door langs het koraalstrand richting Bullenbaai. Bullenbaai begint er steeds futuristischer uit te zien, omdat meer en meer tanks voorzien worden van een koepelvormig dak in plaats van het traditionele floating roof. Daardoor lijken de tanks enigszins op buitenaardse nederzettingen.

Helaas eindigde het strand bij een overhangende rotswand, waardoor we niet verder konden. François besloot door het water (schoenen en sokken uit) naar de andere kant te lopen om te onderzoeken of daar een pad naar boven was. Fred en ik begonnen intussen met het aanleggen van een soort pad door het water met behulp van de in de buurt liggende stenen. Na enige tijd kwam François echter terug met de melding dat we daar niet verder konden. We moesten dus een andere plek zien te vinden om bovenop de klif te komen.

Salina_StMarie_20101014_032Fred en Rita liepen vooruit om een plek te zoeken en ik besloot zelf ook een poging te doen om op een plaats naar boven te gaan. François en Ai Wha bleven wat achter. De wand was vrij steil, maar leek voldoende punten te hebben om je aan vast te houden. Wel stond een Wabi wat onhandig in de weg, maar daar kon ik omheen klimmen. Helaas bleek niet elk aangrijpingspunt voldoende vast te zitten en toen ik me afzette om de volgende stap te doen brak de rots af waar ik op dat moment met mijn volle gewicht aan hing (zie pijl hiernaast op de foto). De weg naar beneden bleek veel sneller te gaan dan naar boven. Ik probeerde me nog vast te grijpen aan de Wabi, maar viel uiteindelijk toch achterover recht naar beneden, waar ik op de (deels afgebroken) Wabi en mijn rugzak vol op mijn rug de grond raakte. De klap kwam hard aan en deed goed zeer, maar er leek niets gebroken te zijn. Waarschijnlijk wel een paar gekneusde ribben, want ik kon niet meer volledig inademen. François stelde me nog voor de keus om terug te lopen, maar aangezien we ongeveer halverwege waren, besloot ik om het nog aan te zien en verder te lopen.

Intussen had Fred een vergeefse poging gedaan om op een andere plek naar boven te gaan. We besloten nog verder terug te lopen en daar deed Fred een nieuwe poging, die wel slaagde. Daarna gingen Rita en ik naar boven en als laatste François en Ai Wha.

Volgens mijn GPS met daarin de Kadasterkaart van 1993 geladen moest er boven een pad zijn dat zou uitkomen op een asfaltweg. Het pad bleek nauwelijks (beter gezegd niet) herkenbaar te zijn, maar Fred zag wel sporen dat mensen hier eerder hadden gelopen, en de asfaltweg bleek te bestaan uit een pad met diabaas, waar naar hartelust Wabis en op andere plaatsen gras en Bromelias op groeiden. Dat vertraagde ons tempo behoorlijk, waardoor we uiteindelijk pas tegen kwart voor een uitkwamen op een T-splitsing met een echt pad. De ene kant zou naar de kloof leiden, de andere kant naar de weg, waar François de auto geparkeerd had. Na enig overleg besloten Rita en Fred via de kloof te gaan en François, Ai Wha en ik hielden het voor gezien en liepen de heuvel op richting de auto. Na een ruim langere tocht dan gepland, waren we blij om in de air conditioned auto plaats te kunnen nemen en richting huis te gaan. Rita en Fred hebben de tocht voortgezet en namen een uur later contact op met François om opgepikt te worden bij de weg. Zo kwam er een eind aan een wat anders dan gepland verlopen tocht. François deed deze tocht vroeger met zijn leerlingen, maar blijkbaar heeft de natuur in de loop van de tijd het aanzienlijk moeilijker gemaakt om deze route te lopen.

Dit verslag is gemaakt op de avond na de wandeling. Mijn rug doet minder pijn, het ademen gaat beter; een en ander kan natuurlijk ook het gevolg zijn van de ingenomen pijnstiller en de wijn, die ik traditioneel drink tijdens het maken van deze verslagen. De nacht zal het leren. Het laat zien dat de tochten niet zonder gevaar zijn en dat we de risico's steeds goed moeten inschatten. Een goede les met gelukkig een goede afloop.